Archeon Pax et Bonum

~ 75 ~ Glas bestaat al in 1800 v.Chr. en de Grieken zijn al bekend met een wet over de reflectie van lichtstralen. De Grieken gebruiken rond 200 v.Chr. al brandspiegels; metalen spiegels die zonnestralen zo sterk concentreerden dat daarmee Romeinse schepen in brand konden worden gestoken. Romeinen zijn al op de hoogte van de vergrotende werking van een met water gevulde glazen kogel maar nergens in de literatuur uit de oudheid vindt men verwijzingen naar vergrootglazen of brillen. Pas in de 11 e eeuw wordt in het werk van de Arabische wetenschapper Ibn Alhazen de theorie van de breking van het licht beschreven maar nog niet als mogelijke oplossing voor zichtproblemen. Tijdens de kruistochten zijn boeken van Arabische wetenschappers naar Europa meegenomen. Op basis van het boek van Ibn Alhazen wordt de leessteen ontwikkeld. De steen raakte in gebruik op plaatsen waar er behoefte aan was: vooral in kloosters waar oudere broeders dagelijks wisselende gebeden bidden en gezangen zingen. De leessteen wordt gemaakt van het beryl (halfedelsteen) kwarts of van bergkristal. Daarmee wordt de herkomst van de naam ‘bril’ verklaard. De steen is kwetsbaar en het is onhandig om bij het schrijven telkens de steen van het papier te moeten halen. Men gaat er een handvat omheen maken van hout, leer of been. Je hebt dan een vergrootsteen die heel functioneel is. De volgende stap is geweest om twee vergrootstenen aan elkaar te maken met een nietje of klinknagel en deze tussen je duim en wijsvinger op je neus te klemmen. We schrijven dan ongeveer 1280 in Venetië. Naar hun verbinding worden de brillen ‘nietbrillen’ of ‘klinknagelbrillen’ genoemd. Ze bestaan met rechte en gebogen ‘stelen’. Ze zijn opvouwbaar en kunnen in een doosje bewaard worden. Rond 1300 is men ook glas gaan gebruiken in de bril. Dat is aanvankelijk verboden in de stad Venetië, die tot dan toe het monopolie heeft om brillen te maken. Het stadsbestuur is bang dat de kwaliteit achteruit zal gaan. In 1301 wordt het gebruik van glas toegestaan. Het is makkelijk om glas in een bepaalde bolle vorm te blazen en vervolgens op sterkte te slijpen. Waarschijnlijk werd hier heel fijn zand voor gebruikt. Er volgt een periode waarin glas en steen naast elkaar bestaan. Glas en steen waren nagenoeg even duur. De brillen worden tot 1500 uitsluitend als leesbril gebruikt. Pas dan zijn er beschreven bronnen waaruit blijkt dat men ook op de hoogte is van het verteglas. Wanneer je in die tijd in Neurenberg meester brillenmaker wil worden, moet je in een week tijd zowel een leesbril (plus) als een vertebril (min) kunnen maken. De arme minderbroeders komen aan een bril doordat ze voor algemeengebruikaandekloostergemeenschap worden geschonken. Hierdoor konden zij ook op latere leeftijd taken uitoefenen als akten ondertekenen als getuige (de gardiaan), het geven van onderwijs, geschriften kopiëren, bidden en zingen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NDU3OTky