Archeon Pax et Bonum

~ 70 ~ De kruidentuin bevat geneeskruiden, keukenkruiden, geurkruiden of combinaties hiervan. De manier waarop in 1350 de mensen met kruiden omgaan, verschilt aanzienlijk van de manier waarop we ze nu toepassen. Sommige kruiden, die in de kruidentuin staan, hebben geen enkele bewezen geneeskracht. De meeste daarentegen wel. Gezinnen kunnen in de kruidentuin een speurtocht doen: ‘Speuren naar Geuren’. De speurtocht begint in de hal van het klooster. Aan de muur in de kloostergang hangt een bord met nadere informatie over de geschiedenis van medicinale kruiden, de plaats van de kruiden in de kruidentuin en hun medicinale werking in de middeleeuwen. Het Mariabeeld In de keuken van het minderbroederklooster staat sinds 3 oktober 2004 een eikenhouten beeld van Maria met Kind. Dit beeld is gesneden door beeldsnijder Joop van Esch naar een origineel dat zich in het Museum Catharijneconvent in Utrecht bevindt en gedateerd wordt A.D. 1270, omgeving Keulen. Terwijl Joop aan het snijden was hoorde hij van de moord op de Italiaanse hulpverleenster Annalena Tonelli in Somalië. Aan haar heeft hij het beeld opgedragen. Op middeleeuwse wijze werd aan het beeld, Maria van Gravendam, een legende verbonden: In een ver verleden vertrokken twee beeldsnijders vanuit Gravendam op pelgrimstocht naar Keulen. Wouter, een poorter uit Gravendam en Jacob, die ooit zijn gezel geweest was en nu meester in Vlaerdinghe is. Ze kiezen de maand april om naar het gebeente van de Heilige Driekoningen te gaan. Een belofte die ze eerder samen gedaan hadden, toen hun negoties weer beter gingen lopen. Tijdens hun bezoek aan de Dom raken ze heel erg onder de indruk van een Mariabeeld aldaar. Ze besluiten er schetsen van te maken om het, eenmaal thuisgekomen, te kunnen nasnijden. Op de terugweg, begin mei, worden ze in de buurt van Utrecht overvallen en beroofd door gespuis. Wouter en Jacob worden voor dood achtergelaten. Een edelman te paard vindt hen langs de weg en regelt een kar naar de stad. Zo belanden zij in het Catharijnegasthuis in Utrecht. Zij vertrouwen hun lot toe aan Maria. Mochten zij beter worden, is hun belofte, dan houden zij jaarlijks, telkens op zondagen in de Meimaand, een ommegang in Gravendam met de nog te snijden Madonna. Uiteindelijk keren ze medio zomer in Gravendam terug. Groot is de vreugde aldaar, omdat men via reizigers van hun hachelijke avontuur gehoord heeft. Jacob snijdt het beeld uit eikenhout en het krijgt een plaats in het minderbroederklooster. Het jaar daarop wordt de Madonna voor het eerst in de meimaand aan de poorters van de stad in processie getoond.