Archeon Pax et Bonum
~ 66 ~ De aangrenzende stenen kloostergang is van schoon metselwerk en heeft een bakstenen vloer in visgraatverband. Naast het kloostergebouw liggen nog een met een houten schutting omheinde kloosterhof, een voorhof, een kruidentuin en een klein kerkhof. De klok van het klooster Boven de ingang van het klooster hangt aan de straatzijde een luidklok die hier op 21 december 2013 ter plekke is gegoten door klokkengieter Simon Laudy. De klepel is gesmeed door de smid van Archeon, Fokko Bloema. De klokkenstoel is vervaardigd door de timmerlieden van Archeon. De klok draagt als naam Franciscus, de stichter van de Orde van de Mindere Broeders. De klok heeft een typisch middeleeuwse klank. Het is een kopie van de Mariaklok uit 1334 in Heusden. Deze klok is tijdens de tachtigjarige oorlog uit voorzorg begraven en tijdens opgravingen in 1956 tevoorschijn gekomen. Alleen de datum maakt duidelijk dat de klok recent is gegoten. De volledige tekst van de Franciscusklok luidt: FRANCISCVS + PAX ET BONVM LAVDY ME FECIT A.D. MMXIII Vertaald: Vrede en het Goede (de groet die Franciscus gebruikte in zijn contacten), Laudy heeft me gemaakt in het jaar van de Heer 2013. Op 21 juni 2014 is de klok op middeleeuwse wijze gewijd door omroeppastor Dick van Klaveren en vervolgens in de klokkenstoel gehangen. De luidklok is tot stand gekomen met medewerking van sponsoren. Op het zesde uur van de dag (12.00 uur moderne tijd) wordt het Angelus geluid. Als herdenking aan de engel (angelus) die de boodschap aan Maria ging brengen dat ze zwanger zou worden. Het herinnert de poorters van de stad eraan voor Maria te bidden. Het Angelus bestaat uit 3 x 3 korte tikken (met daartussen rust voor een gebed voor Maria) en daarna één minuut aaneengesloten luiden. Verder wordt de klok geluid bij bijzondere gebeurtenissen, waaronder de aanvang van een processie. Onder een van de buitentrappen van het klooster hangt een kleine luidklok die gebruikt wordt voor de tijden die voor het klooster zelf belangrijk zijn: gebedsuren, etenstijd e.d. Die heeft dus geen nut voor de poorters in de stad. De kruidentuin In het klooster zorgen de minderbroeders voor armen en zieken. Naast rust, goede voeding, en gebed vormden kruiden een belangrijk onderdeel van de gezondheidszorg. Bij de aanleg van de kruidentuin is veel symboliek betrokken. In het midden van de tuin is een waterput; het symbool van leven. Vanuit het midden lopen vier hoofdpaden naar de zijkanten van de tuin: het symbool van leven plant zich vanuit het midden voort. De hoofdpaden zijn de symbolen van de vier Bijbelse rivieren: de Pison, Gichon, Euphraat en Tigris, (Genesis, 2:8-14). Zij stromen als het ware door de kruidentuin en geven voedsel aan de kruiden. De vier hoofdpaden vormen ook een kruis, een referentie aan de kruisdood van Jezus Christus. Rond Pasen komen kruiden op, een referentie naar de opstanding van Jezus.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NDU3OTky