Archeon Pax et Bonum

~ 56 ~ Alle boeken zijn voor het ontstaan van de boekdrukkunst handgeschreven met ganzenveer of rietpen en verlucht met afbeeldingen. Van weinig gelezen werken bestaat de oplage daarom maar uit enkele of tientallen exemplaren. Het overgrote deel van de antieke literatuur gaat verloren omdat ook het laatste afschrift van een boek uiteindelijk verdwijnt door slijtage, brand, diefstal of vandalisme. In het klooster van Dordrecht wordt alles wat bij de eredienst van pas komt opgeslagen: bijbels, missalen, zangboeken, handreikingen voor de biechtvader, prekenbundels en wetenschappelijke werken. Tijdens de reformatie worden tal van kloosterbibliotheken geplunderd of vernield. Gelukkig leven collecties vaak voort in stadsbibliotheken. Wat er met de bibliotheek van het klooster in Dordrecht is gebeurd, is niet bekend. Schrijfkamer en archief Omdat de kloosterlingen kunnen schrijven en de Latijnse taal beheersen vervullen zij ook het notarieel ambt. In het klooster worden dan ook officiële stukken als akten en brieven en afschriften daarvan bewaard die door de gardiaan worden gewaarmerkt met het authentieke kloosterzegel (vidimussen). Een deel van het stadsarchief van de stad Dordrecht dat in het minderbroederklooster werd aangelegd, is te vinden in het huidige Regionaal archief Dordrecht waarin ook de archieven van twaalf omringende gemeenten worden bewaard. Gastheer Het klooster is een belangrijk, deels openbaar gebouw in de stad. Behalve als locatie voor rechtspraak wordt het klooster ook gebruikt voor vergaderingen van het stadsbestuur en de gildevertegenwoordigers. De stad betaalt het klooster huur voor het gebruik van de kloosterruimte als vergaderzaal. Ook de dijkgraven en hoogheemraden en andere burgerlijke instanties gebruiken de zalen van het klooster. Eind 14 e eeuw, naar aanleiding van de Observantenbeweging, worden hervormingen doorgevoerd waardoor het verhuren van ruimten en wereldlijk bezit tegen vergoeding verboden wordt. 4.10 Het einde in Dordrecht Nadat de minderbroeders in 1572 uit het klooster zijn gevlucht, wordt in 1576 de kloosterkerk verkocht en daarna afgebroken. Drie hymnen op de schrijfplank waarvan de bovenste eer bewijst aan Sint Johannes de Doper. Uit deze hymne komen de namen van de noten van de toonladder. Guido van Arezzo maakte rond 1035 een notenbalk bestaande uit 4 lijnen. De namen van de noten corresponderen met de F-sleutel op de notenbalk. De ‘si’ is later toegevoegd.

RkJQdWJsaXNoZXIy NDU3OTky