Archeon Pax et Bonum

~ 17 ~ Ontwikkeling van het christendom Zij volgen de overgeleverde regel van Augustinus die ook in een stad kan worden nageleefd. In kloosters en bisschopskerken worden oud-heidense gebruiken in een nieuwe vorm voortgezet zoals het begraven van doden op heilige plaatsen (in de kerk) en het gedenken van doden uit voorname geslachten. In de eeuw die volgt, straalt de Rooms-Katholieke kerk als geheel steeds meer rijkdom uit en worden kloosters rijker en rijker. Wanneer o.a. de Katharen en Albigenzen hiertegen protesteren, wordt dit door het centraal gezag in Rome als ketterij veroordeeld. Maar ook in de Kerk zelf ontstaan armoedebewegingen. Als reactie op de rijkdom van de Benedictijnen (o.a. in het klooster van Cluny) wordt steeds meer accent gelegd op armoede als kloosterideaal. Zo trekken de Cisterciënzers zich vanaf 1098 terug op het platteland om daar in stilte te kunnen bidden en werken. In 1121 verschijnen de Norbertijnen die een afgezonderd en meditatief leven leiden, maar ook zielzorg en onderwijs verzorgen in de parochies rondom hun abdij. De eerste bedelorde wordt in 1209 door Sint Franciscus van Assisi gesticht: de Orde van de Mindere Broeders. Apsis van de driebeukige Abdijkerk Sant’Egidio te Fontanella, Bergamo. De Abdij is gesticht in 1080 als een dochter van de Abdij van Cluny.